Onderzoek naar bestuurlijke probleemgemeenten in Nederland

Op donderdag 22 september promoveert Milo Schoenmaker aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht met zijn proefschrift ‘Bestuurlijk gedonder.’

Hoe komt het dat sommige gemeenten een permanent actieve bestuurlijke vulkaan lijken te zijn, waarbij burgemeesters of wethouders met grote regelmaat voortijdig opstappen of het college uit elkaar klapt? Een van de conclusies van het onderzoek van Milo Schoenmaker is dat vooral de individuele kwaliteiten van gemeentebestuurders en de hechtheid van de coalitie een belangrijke rol spelen bij de bestuurlijke destabiliteit van dergelijke probleem- gemeenten. Promotor is prof. dr. A.F.A. Korsten.

Schoenmaker, in het dagelijks leven burgemeester van Bussum, deed onderzoek naar bestuurlijke probleemgemeenten. Dit zijn gemeenten waar in twee opeenvolgende raadsperioden sprake is van het gedwongen vertrek van een individuele burgemeester of wethouder(s), een college zeker twee keer van politieke samenstelling is veranderd en mimimaal één keer een grote bestuurscrisis heeft plaatsgevonden. Hij bracht in kaart hoeveel burgemeesters, wethouders en/of colleges er sneuvelden in de periode 1998-2010 bij alle gemeenten in Nederland.

In totaal ging het om 699 wethouders en burgemeesters en 227 colleges. Na analyse konden negen gemeenten worden aangemerkt als bestuurlijke
probleemgemeente: Beverwijk, Delfzijl, Den Helder, Hilversum, Leerdam, Leiden, Losser, Valkenswaard en Zundert. In vier gemeenten (Delfzijl, Den Helder, Leiden en Zundert) voerde Schoenmaker een casestudie uit, om te achterhalen wat de verklaring is voor de aanhoudende crisissituatie in deze gemeenten.”Omdat ik zelf burgemeester ben, was het voor mij het eenvoudigst te beginnen bij de burgemeesters, mijn collega’s. Van daaruit ben ik verder gegaan. Iedereen werkte zonder terughoudendheid mee”, aldus Schoenmaker.

Mensenwerk

De centrale vraag was: is er een patroon van veel voorkomende, crisisaanjagende  factoren te ontdekken in deze gemeenten? Schoenmaker ontdekte dat voor het ontstaan en voortbestaan van crisissituaties in bestuurlijke  probleemgemeenten niet één oorzaak aan te wijzen valt. Wat wel bleek was dat vooral interne politieke zaken een belangrijke rol spelen in het ontstaan van een bestuurscrisis, met als belangrijkste drie factoren: de individuele kwaliteiten van de burgemeester en/of de wethouder(s) en de afwezige hechtheid van de coalitie. De rol van de pers of van de burgers bleek bijvoorbeeld veel minder groot te zijn als veroorzaker. Schoenmaker verklaart dit als volgt: “Als de burgemeester of de wethouder niet goed opgewassen zijn tegen de functie, zelf in opspraak komen of een moeizame relatie hebben met hun achterban loopt dat in de probleemgemeenten al snel uit op een bestuurlijk probleem. Of het ook een echte bestuurscrisis wordt, hangt echter vooral af van de hechtheid van
de coalitie. Als om wat voor reden dan ook de coalitie onder druk komt te staan, blijkt de positie van bestuurders of hele colleges in dergelijke
gemeenten broos te zijn. Politiek blijft mensenwerk.” Het proefschrift eindigt met een aantal suggesties om de situatie te verbeteren.

Milo Schoenmaker (1967) studeerde politicologie aan de Universiteit van Amsterdam. Vanaf 1994 is hij actief in de politiek, eerst als gemeenteraadslid, later als wethouder van Haarlemmermeer. Sinds 2003 is hij burgemeester van Bussum.

Bron Maastricht Aktueel - 19 september 2011

 

Wethoudersvereniging | Postbus 30435 | 2500 GK Den Haag | Tel: 070-373 8123 | info@wethoudersvereniging.nl | Inloggen