Ook politici krijgen minder pensioen

Na het ambtenarenpensioen bij het ABP wordt nu ook het pensioen van politici gekort, zowel in de opbouw als bij de uitbetaling. Daarnaast gaat ook hun pensioenleeftijd omhoog naar 67 jaar.

Minister Ronald Plasterk van BZK heeft de langverwachte tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State naar de Tweede Kamer gestuurd. Het streven was eerder de wijzigingen per 1 januari van kracht te laten worden. Maar het geheel moet nu eerst nog het hele parlement door.

Het gaat om een wijziging van de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Daar vallen ministers, staatssecretarissen, Tweede Kamerleden, CdK’s en gedeputeerden, burgemeesters, wethouders, bestuursleden van waterschappen en nog enkele andere functionarissen onder.

Behalve de verhoging van de pensioenleeftijd en de korting op het pensioen zelf geldt dat binnenkort niet langer het eindloon de basis van het pensioen van politici vormt, maar het loon dat zij gemiddeld tijdens de opbouw hiervan verdienden. In de praktijk is deze overgang naar het middelloonstelsel overigens klein, doordat politieke ambtsdragers een vast salaris hebben en geen periodieken kennen. Binnen een politiek ambt is immers geen sprake van salarisgroei door carrièrestappen. Een beginnend Kamerlid heeft bijvoorbeeld dezelfde schadeloosstelling als een ervaren collega.

De VNG, het IPO en de Unie van Waterschappen hebben tijdens de consultatiefase over het concept-wetsvoorstel al aangegeven dat zij kunnen instemmen met de voorgestelde wijzigingen in de Appa.

Bron - VNG 6 maart 2013

Wethoudersvereniging | Postbus 30435 | 2500 GK Den Haag | Tel: 070-373 8123 | info@wethoudersvereniging.nl | Inloggen