Voorzitter, Saskia Bolten, over rapport 'De Vallende wethouder'

Het rapport roept de vraag op of alle wethouders zich voldoende bewust zijn van hun kwetsbaarheid. Of zij voldoende in staat zijn zichzelf en hun positie te beoordelen. Of er voldoende zelfreflectie is. Of er voldoende mogelijkheden zijn voor professionalisering en àls die er zijn of ze voldoende benut worden.

---
Speech van voorzitter, Saskia Bolten, op 1 juli - de presentatie van het rapport 'De vallende wethouder'

Sinds de collegevorming in 2010 zijn ongeveer honderd wethouders afgetreden. Dat blijkt uit een steekproef van Binnenlands Bestuur. De trend zet zich voort. Wethouders zijn niet altijd goed voorbereid op het vak, vaak weten ze niet waaraan ze beginnen. Ze storten zich na de beëdiging meteen in het werk, gaan er vol tegen aan, vaak 12 tot 14 uur per dag, zes zeven dagen per week. 

Veel wethouders zijn zich niet voldoende bewust van wat zich in hun directe omgeving afspeelt (college, fractie, raad, coalitie en niet te vergeten thuis). Ze komen overal binnen en denken dat ze een groot netwerk hebben. Dat een flink deel daarvan functiegebonden is, realiseren ze zich niet altijd. Het wethouderschap is een vak. Een prachtig vak. Een vak dat er toe doet. Een verantwoordelijk vak. Als wethouder neem je beslissingen die ingrijpen op het dagelijks leven van mensen in jouw gemeente. Diep ingrijpen soms.

Als je wethouder wilt worden, moet je je daarop voorbereiden. En als je het bent, moet je doorgaan met professionaliseren. Je vakkennis en kunde op peil brengen en houden.
Daar horen middelen bij. Coaching, intervisie en ondersteuning, cursussen en trainingen met bewezen kwaliteit. Discussies over ontwikkelingen in het openbaar bestuur. Vakliteratuur. Ontmoetingen met collega’s uit andere gemeenten. Lidmaatschap van de Wethoudersvereniging. En ook af en toe rust in een andere omgeving, waar mensen je gewoon zien als een ander mens in plaats van diegene die iets voor hen kan betekenen.

Het onderzoek naar tussentijdse vertrekredenen geeft herkenbare oorzaken voor het voortijdig stoppen. Verstoorde verhoudingen is de belangrijkste. Tussen wethouder en gemeenteraad, binnen het college, met de eigen fractie of politieke partij.

Het rapport roept de vraag op of alle wethouders zich voldoende bewust zijn van hun kwetsbaarheid. Of zij voldoende in staat zijn zichzelf en hun positie te beoordelen. Of er voldoende zelfreflectie is. Of er voldoende mogelijkheden zijn voor professionalisering en àls die er zijn of ze voldoende benut worden.Het wethouderschap is een vak. Een vak dat ertoe doet. Een vak om trots op te zijn. Democratisch tot stand gekomen. En zeer publiek.

Daar moeten wethouders in de 2e en 3e termijn voor uitkijken, begrijp ik. Zij hebben minder goodwill dan pas begonnen wethouders. Zij worden als ervaren bestuurders beschouwd, als seniors die zich geen fout, vaak zelfs geen foutje, meer kunnen veroorloven. En dat onderstreept het belang van  voortdurende professionalisering opnieuw.

Op onze site, www.wethoudersvereniging.nl bieden wij sinds vorige maand een online-assessment aan, dat ons helpt onze compenties te herkennen en onze professionalisering kracht bij te zetten. Wat verder nodig is, is een professionaliseringsfonds. Centrale financiering is nodig, en een toets op kwaliteit van opleidingen, cursussen, trainingen en coaches. Het moet uit zijn met de afhankelijkheid van lokale ambtenaren, die moeten toestemmen in een scholingsverzoek.

Het akkoord op het volgen van een opleiding moet geobjectiveerd worden. Dat kan met behulp van het professionaliseringsfonds. Als wethoudersvereniging vragen we de rijksoverheid ons daar in te steunen in het belang van de lokale democratie. Door de instelling van het professionaliseringsfonds stoppen ambtelijke en politieke willekeur bij professionaliseringsbeslissingen en worden tijd en geld niet langer verspild aan het uitzoeken van de beste opleidingen in het woud van commerciële aanbiedingen.

De wethoudersvereniging zet zich hiervoor in. Een professionele organisatie voor professionele vakmensen in een voortdurende veranderende maatschappelijke en directe omgeving. Dank voor het rapport. Ik ga ervan uit dat de Tweede Kamer die naar het onderzoek heeft gevraagd, dit niet uit nieuwsgierigheid heeft gedaan, maar de aanbevelingen bloedserieus neemt. De Minister van BZK kan de Kamer de wind uit de zeilen nemen, door ons nu al te helpen bij de opzet van het professionaliseringsfonds.

Saskia Bolten - 1 juli 2011

Wethoudersvereniging | Postbus 30435 | 2500 GK Den Haag | Tel: 070-373 8123 | info@wethoudersvereniging.nl | Inloggen